- Home
- Kennisbank
- Blogs
- Arbeidshygiënische strategie
Arbeidshygiënische strategie
Werkgevers moeten hun werknemers beschermen volgens de arbeidshygiënische strategie (AHS). Deze strategie is een hiërarchische opzet van beheersmaatregelen om risico's weg te nemen, dan wel te beperken. Dit is opgenomen in artikel 3, lid 1b, van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en daarmee is deze werkwijze wettelijk bepaald. Maar wat houdt het precies in?
De AHS zorgt ervoor dat de genomen maatregelen in een bepaalde volgorde worden gevold. Dit bepaalt de oplossing voor veilig werken. Eerst wordt naar de bron van het probleem gekeken. Dan naar collectieve maatregelen. Vervolgens naar individuele maatregelen. Ten slotte wordt er gekeken naar persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM).
Het is toegestaan om verschillende maatregelen met elkaar te combineren om risico's te verminderen. Mits de keuzes onderbouwd zijn. Denk hierbij aan bepaalde dakvlakken te voorzien van dakrandbeveiliging (collectief). Waarbij op andere dakvlakken gekozen wordt voor ankerpunten (individueel) in combinatie met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Een RI&E en het Plan van Aanpak ondersteunen bij het in kaart brengen van een situatie. Kijkend naar de gevaren & risico's bij het uitvoeren van werkzaamheden. Maar ook naar de mogelijke maatregelen om deze risico’s weg te nemen of te beperken. Op basis van de RI&E kunt je ook bepalen welke type maatregelen genomen moeten worden.
Bronmaatregelen
Een bronmaatregel houdt in dat de oorzaak van het probleem wordt weggenomen. Bijvoorbeeld door het plaatsen van airco-units op de begane grond, in plaats van op het dak. Er bestaat dan geen valgevaar meer bij het onderhouden van deze airco units. Hetzelfde geldt voor het vervangen van een bijtend schoonmaakmiddel voor een neutraal schoonmiddel. Het gevaar op bijvoorbeeld huid- en oogletsel wordt hiermee weg genomen.
Vanzelfsprekend vragen bronmaatregelen op zichzelf geen enkele competentie van een gebruiker, het specifieke gebruik van een neutraal schoonmaakmiddel wellicht wel. Denk aan het gebruik van een zachte doek of juist een spons.
Collectieve maatregelen
De volgende stap in de AHS is het toepassen van collectieve maatregelen als bronmaatregelen niet uitvoerbaar zijn. Een voorbeeld van collectieve valbeveiliging is dakrandbeveiliging. Dakrandbeveiliging is een collectieve oplossing, die blootstelling aan valgevaar voorkomt. Een oplossing die ook werkt voor mensen die niet specifiek zijn opgeleid voor bijvoorbeeld veilig werken op hoogte.
Individuele maatregelen
Als collectieve maatregelen niet uitvoerbaar zijn of geen passende oplossing bieden, moet de werkgever individuele maatregelen nemen. Denk hierbij aan het plaatsen van een kabelsysteem op een dak of het plaatsen van permanente of tijdelijke ankerpunten om het valgevaar te beperken.
Het werken met individuele maatregelen zoals kabel- en railsystemen vraagt een hoger competentieniveau van de gebruiker. Een training in het gebruik van de juiste producten, zorgt ervoor dat de gebruiker kennis heeft van deze middelen. En daardoor over de juiste vaardigheden beschikt om ze op een veilige manier te gebruiken.
Persoonlijke maatregelen
Als de bovenste drie maatregelen niet voor een veilige werksituatie zorgen, dan moet de werkgever persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) verstrekken. Een PBM-set voor werken op hoogte bestaat uit:
Een harnas
Een werklijn.
Een loopwagen
Eventueel een valblok naast reguliere PBM zoals veiligheidsschoenen en eventueel een helm.
Voor werken in besloten ruimten bestaat een PBM-set uit:
Een klimhelm met een hoofdlamp.
Een harnas.
Beschermende kleding.
Taak specifieke handschoenen.
Een 4-gasmeter.
Een volgelaatsmasker met de juiste filters.
Het gebruik van deze middelen vergt de nodige competenties. De gebruiker moet immers exact weten hoe de gasmeter werkt om een explosie of zuurstoftekort tijdens zijn werkzaamheden te voorkomen. Evenals hoe een volgelaatmasker goed op te zetten, welke filters je waarvoor dient te gebruiken en hoe filters te verwisselen.
Redelijkerwijsprincipe
Stel, je wilt collectieve maatregelen toepassen. Maar dit is (technisch) niet uitvoerbaar. Dan kan volgens het redelijkerwijsprincipe naar een stap lager in de strategie worden gekeken. Het is echter alleen toegestaan als deze keuze goed onderbouwd is.
Zo is esthetiek bijvoorbeeld niet een reden om een maatregel over te slaan. Wel kan er naar technische, uitvoerende en economische redenen worden gekeken. Het afdalen in de AHS mag nooit ten koste van de veiligheid en gezondheid gaan.