- Home
- Kennisbank
- Wet- en regelgeving
- Wetgeving veilig werken - (Gebouw)eigenaar
Wetgeving veilig werken - (Gebouw)eigenaar
Als (gebouw)eigenaar bent u medeverantwoordelijk voor de veiligheid en de gezondheid van uitvoerenden die werkzaam zijn op uw locatie. Bijvoorbeeld in, op of aan uw gebouw of object.
Bij schade of letsel kunt u aansprakelijk worden gesteld. Ook voor schade of letsel van derden en schade aan eigendommen van derden. Daarnaast kunt u als eigenaar dezelfde verplichtingen als een werkgever hebben. Hieronder beschrijven welke wettelijke regels voor uw rol van belang zijn.
Arbeidsomstandighedenwet
Vanuit de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) is de werkgever hoofdverantwoordelijk voor zijn medewerkers. Indien u als (gebouw)eigenaar eigen personeel in dienst heeft, dient u dus zorg te dragen voor veilige arbeidsomstandigheden voor uw medewerkers. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van dakrandbeveiliging (zoals hekwerk), het plaatsen van ankerpunten en het ter beschikking stellen van passende persoonlijke beschermingsmiddelen.
Indien u optreedt als opdrachtgever en gebruik maakt van een derde partij, ligt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en gezondheid voor uitvoerenden in eerste instantie bij de opdrachtnemer. Echter, in de Arbowet, Hoofdstuk 4 Bijzondere verplichtingen, Artikel 16 lid 8, 10 en 11 staat het volgende:
8. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de verplichting tot naleving van daarbij aangegeven voorschriften in de gevallen bij die maatregel omschreven rust op een ander dan de werkgever. Aangewezen kunnen worden de eigenaar of beheerder dan wel degene die anderszins bevoegd is te beslissen over het ontwerp, de vervaardiging dan wel het onderhoud van arbeidsplaatsen en arbeidsmiddelen, zoals zonodig nader bij die maatregel is bepaald.
10. De werkgever, dan wel een ander dan de werkgever bedoeld in het zevende, achtste of negende lid en de werknemers zijn verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden vastgesteld bij of krachtens de op grond van dit artikel, artikel 20, eerste lid, en artikel 24, negende lid, vastgestelde algemene maatregel van bestuur voor zover en op de wijze als bij of krachtens deze maatregel is bepaald.
11. Het niet naleven van de in het tiende lid bedoelde voorschriften en verboden kan worden aangemerkt als strafbaar feit.
Uit dit artikel is op te maken dat het zorgen voor een veilige werkplek uw verantwoordelijkheid is als dit niet redelijkerwijs gevraagd kan worden van een opdrachtnemer (de werkgever van de medewerkers die de werkzaamheden uitvoeren). De opdrachtnemer heeft namelijk geen invloed op het ontwerp, de vervaardiging en het onderhoud van arbeidsplaatsen en arbeidsmiddelen. Voor het veilig maken van werkplekken kunt u denken aan het:
plaatsen van een dakluik of een kooi- of gevelladder voor veilige toegang tot een hoger gelegen werkplek;
aanbrengen een permanente ladder in een put;
plaatsen van permanente dakrandbeveiliging of een vloerafscheiding tegen valgevaar;
monteren van vaste voeten voor gebruik in combinatie met een davitarm om veilig langs een gevel of in een besloten ruimte af te dalen.
Woningwet
Als gebouweigenaar kunt u naast vanuit de Arbowet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van een arbeidsongeval op basis van de Woningwet. In Artikel 1a, lid 1 en 2 staat namelijk het volgende:
De eigenaar van een bouwwerk, open erf of terrein of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen draagt er zorg voor dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk, open erf of terrein geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.
Een ieder die een bouwwerk bouwt, gebruikt, laat gebruiken of sloopt, dan wel een open erf of terrein gebruikt of laat gebruiken, draagt er, voor zover dat in diens vermogen ligt, zorg voor dat als gevolg van dat bouwen, gebruik of slopen geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.
Artikel 1a geeft aan dat u als eigenaar van een bouwwerk, open erf of terrein ervoor dient te zorgen dat door het bouwen, de staat, het gebruik of het slopen van dat bouwwerk, open erf of terrein geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat of blijft bestaan. Dit artikel behelst een vergelijkbare zorgplicht als in artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. U kunt als eigenaar namelijk voorzieningen treffen zodat medewerkers veilig en gezond hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Denk aan de voorzieningen zoals hierboven benoemd. Deze zorgplicht geldt ook richting bewoners, bezoekers, voorbijgangers en andere betrokkenen. Zij mogen geen gevaar op letsel of schade lopen als zij zich op uw terrein of in/nabij/op/aan uw gebouw of constructie begeven.
Burgerlijk wetboek
Ook op grond van het Burgerlijk Wetboek (Boek 6, Artikel 174, Lid 1 en 2 (deels)) kunt u als (gebouw)eigenaar aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van een arbeidsongeval. Het niet voldoen aan deze zorgplicht, welke enigszins vergelijkbaar is met de zorgplicht vanuit de Woningwet, wordt gezien als een onrechtmatige daad (Burgerlijk Wetboek, Boek 6, Artikel 162, Lid 1 t/m 3).
Uit Artikel 1a van de Woningwet komt voort dat de (gebouw)eigenaar verantwoordelijk is voor een veilige omgeving in, op en om zijn (woon)gebouw. Als deze omgeving niet veilig is en er ontstaat schade of letsel voor derden, dan kunt u als gebouweigenaar op uw verantwoordelijkheid worden aangesproken. Daarbij kunt u aansprakelijk worden gesteld vanuit een onrechtmatige daad (Burgerlijk Wetboek, Artikel 162) op basis van Artikel 174 van het Burgerlijk Wetboek. Hieronder leest u hoe deze artikelen verwoord zijn:
Boek 6, Artikel 174, Lid 1 en 2 (deels)
De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.
Bij erfpacht rust de aansprakelijkheid op de bezitter van het erfpachtsrecht.
Boek 6, Artikel 162, Lid 1 t/m 3
Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
Als onrechtmatige daad kan worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
U kunt invulling geven aan deze verantwoordelijkheid en een aansprakelijkstelling voorkomen door passende maatregelen te nemen om voor een veilige en gezonde (werk)omgeving te zorgen. Voor medewerkers, bewoners, gebruikers, bezoekers, voorbijgangers en andere betrokkenen en voor eigendommen van deze derden. En daarnaast door (veiligheids)afspraken te maken met partijen die zich op uw terrein of in/nabij/op/aan uw gebouw of constructie begeven en toe te zien op de naleving van deze afspraken.
Noodzaak tot periodieke inspectie, keuring en onderhoud vanuit normen, Burgerlijk Wetboek en Arbowet
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) dienen conform de Europese wetgeving te worden goedgekeurd en te worden voorzien van een CE-markering. Op basis van NEN-EN 365 en voorgenoemde Europese wetgeving dienen categorie 3 PBM ter voorkoming van ernstig en dodelijk letsel minimaal jaarlijks te worden geïnspecteerd. Denk hierbij aan harnassen, vallijnen, karabijnhaken en valblokken. Stelt u deze PBM ter beschikking, dan bent u verantwoordelijk voor de jaarlijkse keuring, het uit roulatie nemen van afgekeurde PBM en de vervanging van deze PBM.
Constructief bevestigde ankerpunten en kabel- en railsystemen die onder NEN-EN795 vallen, worden niet als persoonlijke beschermingsmiddel geclassificeerd maar als bouwproduct. De nieuwe norm voor dit type veiligheidsvoorzieningen moet nog op Europees niveau vastgesteld worden. Tot dat moment geldt NEN-EN795.
Als (gebouw)eigenaar bent u verantwoordelijk voor het goed functioneren van permanente (val)veiligheidssystemen op basis van het Burgerlijk Wetboek (Artikel 174, Boek 6) en de Arbowet (hoofdstuk 4, Artikel 16, lid 8). Veel fabrikanten geven een jaar garantie op hun veiligheidsvoorzieningen mits deze periodiek worden geïnspecteerd door een bevoegd persoon. In de Arbocatalogus Platte Daken en meer specifiek de ‘Brancheafspraak BIKUDAK Voorkom valgevaar op platte daken’ is opgenomen dat arbeidsmiddelen minimaal één keer per jaar moeten worden geïnspecteerd.
Sommige fabrikanten stellen geen eisen aan periodieke inspectie, keuring en onderhoud van valbeveiligingssystemen. Dit strookt niet met hetgeen in het Burgerlijk Wetboek en de Arbowet gesteld wordt. Als gebouweigenaar bent u verantwoordelijk voor een deugdelijke en dus veilige werking van valbeveiligingssystemen. Gebruikers moeten aantoonbaar op een veilige werking van deze systemen kunnen vertrouwen. Indien uit een ongevallenonderzoek blijkt dat deze veiligheidsvoorzieningen niet/niet tijdig gekeurd zijn, dan wordt u (mede)verantwoordelijk gehouden voor het arbeidsongeval en zal u ook aansprakelijk worden gesteld. Besparen op onderhoudskosten is dus niet aan te raden.
Welke rollen kan ik als (gebouw)eigenaar nog meer hebben?
Naast de rol van (gebouw)eigenaar kunt u ook de onderstaande rollen hebben:
Werkgever: u bent als leidinggevende in dienst van een bedrijf of organisatie en bent dus naast werknemer ook werkgever met de bijbehorende verantwoordelijkheden
Werknemer: u bent in dienst van een bedrijf of organisatie en bent dus werknemer met de bijbehorende rechten en plichten
Opdrachtgever: u en/ of uw bedrijf/ organisatie geeft opdrachten uit en/ of huren derden in voor het uitvoeren van werkzaamheden
Opdrachtnemer: u en/ of uw bedrijf/ organisatie neemt opdrachten van andere partijen aan en/ of levert medewerkers die werkzaamheden voor/ bij uw opdrachtgevers uitvoeren
Beheerder: u en/ of uw bedrijf/ organisatie beheert een gebouw, bouwwerk, open erf of terrein dat al dan niet van u en/ of uw bedrijf/ organisatie is
NB. Dit overzicht van verantwoordelijkheden is niet uitputtend.